CBS: Energietoeslag dempte koopkrachtverlies in 2022

In 2022 daalde de koopkracht van de Nederlandse bevolking in doorsnee met 1,2 procent. 'Dit kwam vooral door de hoge inflatie in 2022', zo meldt het CBS donderdag.
Energietoeslag
Huishoudens met weinig inkomen gingen er in koopkracht op vooruit. Zij ontvingen een energietoeslag om de sterk gestegen energierekening te kunnen betalen. 'Zonder de energietoeslag was het doorsnee koopkrachtverlies in de gehele bevolking groter geweest (2,9 procent)', aldus het CBS op basis van cijfers over de inkomens van de Nederlandse bevolking.
Zware recessie jaren '80 en economische crisis
De doorsnee koopkrachtontwikkeling dook in het verleden alleen tijdens de zware recessie in de jaren ’80 en de economische crisis van 2009-2013 met meer dan een procent in de min. De koopkracht steeg structureel in recente jaren, ook tijdens de coronacrisis in 2020 en 2021.
Koopkrachtontwikkeling beïnvloed door hoge gemiddelde inflatie
De koopkrachtdaling is vooral veroorzaakt door de hoge inflatie in 2022, onder andere als gevolg van de sterk gestegen energieprijzen. De inkomens van de bevolking stegen in 2022 in doorsnee met 5,5 procent. Dat was echter minder dan de geschatte inflatie van 6,8 procent, de benadering die volgt uit de onderzoeksreeks van de nieuwe waarneming energieprijzen. Daardoor daalde de koopkracht. De inkomens stegen in 2022 meer dan in 2021 (in doorsnee 3,5 procent), maar in 2021 bedroeg de inflatie bij benadering 2,1 procent, ook berekend volgens de onderzoeksreeks nieuwe waarneming energieprijzen. Daarom steeg de koopkracht in 2021 met 1,4 procent.
Koopkracht bijstandsontvangers steeg door energietoeslag
Uit de verdere detaillering naar bevolkingsgroepen blijkt al jaren dat huishoudens van werknemers en zelfstandigen er het meest in koopkracht op vooruitgaan, zoals ook in 2021. In 2022 is het beeld echter anders. Terwijl de koopkracht van werknemers en zelfstandigen daalde, steeg de koopkracht van bijstandsontvangers in doorsnee met 4,4 procent. Van bijna 80 procent van deze bevolkingsgroep nam de koopkracht toe of bleef gelijk.