Leraren bezorgd over openen scholen tijdens corona

Leraren maken zich grote zorgen over hun gezondheid en de veiligheid als de scholen weer opengaan. Dat blijkt uit een enquête onder vijfduizend AOb-leden.
Scholen moeten pas weer opengaan als het veilig is en alle risico’s zijn onderzocht. Anderhalve meter afstand houden op basisscholen, middelbare scholen en roc’s is een lastige klus waarbij een opdeling van klassen nodig is.
“Veilig opstarten is niet eenvoudig”, zegt AOb-voorzitter Eugenie Stolk. “Een opdeling van één klas naar drie of vier groepen kan fysiek bijna niet. We moeten duidelijke richtlijnen krijgen die uitvoerbaar zijn.”
De AOb heeft de enquête dit paasweekend gehouden onder leden in het speciaal onderwijs (so), primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Met het invullen van de vragenlijst lieten de leden weten hoe het gaat met het geven van afstandsonderwijs en hoe ze de toekomst voor zich zien als de scholen op termijn de deuren weer openen. Scholen zijn sinds 16 maart gesloten om het coronavirus in te dammen. In de week voor 28 april neemt het kabinet een besluit of de scholen weer open mogen.
Afstand houden
Om de RIVM-richtlijn van anderhalve meter afstand te realiseren zullen scholen hun klassen moeten opdelen. In het speciaal onderwijs gaat het om een opdeling van twee of drie groepen per klas, in het po, vo en mbo in drie of vier groepen. Ondervraagden geven aan dat scholen niet zijn ingericht op het bewaren van afstand en ze zien veel praktische problemen, zoals de loopruimtes in de klassen, het leerlingvervoer in het so en welke hygiënemaatregelen er in de onderbouw van de basisscholen worden genomen. ‘Onmogelijk’, noemen de leraren het afstand houden als je lesgeeft aan kleuters.