Basisschoolscholieren in arme wijken hebben vaak flinke achterstand

Uit een onderzoek van onderzoeksbureau MWM3 blijkt dat basisschoolleerlingen in arme wijken op grote schaal kampen met problemen.
De leerlingen lopen achter met taal en leren, hebben concentratieproblemen en de ouders kunnen de kinderen vaak niet helpen. Bijna 90 procent van de leerkrachten geeft aan dat kinderen in achterstandswijken vaak een taalachterstand hebben, terwijl dit in reguliere wijken nog geen kwart is. De klassen zitten te vol met probleemgevallen, aldus de leraren. 75 procent van de leerlingen heeft concentratieproblemen. In andere wijken is dat ongeveer 50 procent. Een docent beschrijft de situatie: 'In de klas zitten ook veel kinderen met trauma’s door vluchten, armoede en vechtscheidingen.' Dit meldt onder meer De LImburger.
Leerachterstand
Daarnaast constateren leraren dat veel ouders niet of nauwelijks Nederlands spreken en niet in staat zijn hun kinderen te helpen bij het leren. 70 procent van de leerlingen in achterstandswijken heeft een leerachterstand. In reguliere wijken is dat 30 procent. Leerkrachten in achterstandswijken vinden dat deze kinderen geen gelijke kansen hebben. Hun thuissituatie is anders. Ouders zijn er vaker gescheiden, gezinnen leven vaker in armoede en hebben een minder sterk sociaal vangnet. Hoogopgeleide ouders trekken vaker hun mond open en begeleiden hun kinderen beter, bijvoorbeeld met bijlessen.
Het onderzoek werd gedaan in opdracht van ABN Amro, de stichting Kinderpostzegels en het Jeugdeducatiefonds. Driehonderd leraren, schoolbegeleiders en basisschooldirecteuren zijn ondervraagd.