Negatieve gevoelens gaswinning en bevingen worden sterker

De acceptatie van gaswinning is nog verder gedaald, de negatieve emoties worden sterker. Dat blijkt onder andere uit de resultaten van de vijfde meting van een langdurig onderzoek dat de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) sinds 2013 uitvoert naar de mening van inwoners van de provincie Groningen over gaswinning uit het Groningen-gasveld.
Acceptatie verder gedaald
Uit het onderzoek blijkt dat de acceptatie van gaswinning uit het Groningen-gasveld vrij laag is en dat dit verder is gedaald. Deelnemers zijn van mening dat gaswinning moet verminderen; dit geldt vooral voor bewoners in het kerngebied. In de loop van het onderzoek zijn de deelnemers sterker van mening geraakt dat gaswinning moet verminderen.
Gevolgen aardbevingen
Over het algemeen denken deelnemers dat aardbevingen in de toekomst krachtiger zullen worden en vaker zullen voorkomen. Deelnemers in alle regio’s zijn bezorgd over de aardbevingen. Deze zorgen zijn iets toegenomen. Men denkt dat de aardbevingen vooral negatieve gevolgen hebben voor huizen (schade en waardedaling) en het imago van de provincie Groningen. Daarnaast denken deelnemers dat aardbevingen negatieve gevolgen kunnen hebben voor het aanzicht van de woonomgeving en cultureel erfgoed in de provincie Groningen. Men vindt andere gevolgen, zoals lichamelijk letsel, minder waarschijnlijk. Wat opvalt is dat deelnemers het waarschijnlijker vinden dat aardbevingen negatieve gevolgen hebben voor inwoners van de provincie Groningen in het algemeen dan voor henzelf.
Negatieve emoties worden sterker
Deelnemers voelen zich machteloos als ze aan aardbevingen denken. Daarnaast voelen ze zich redelijk verontwaardigd, teleurgesteld, boos, en enigszins hulpeloos, ongemakkelijk, hopeloos en nuchter. Negatieve emoties zijn nu sterker dan in de vorige fase. Hoe meer mensen zijn blootgesteld aan aardbevingen, hoe meer negatieve emoties ze ervaren.
Acties
De deelnemers is gevraagd welke acties ze willen ondernemen om aardbevingsrisico’s te verminderen. Men wil vooral verantwoordelijke partijen aanklagen en het eigen gasverbruik verminderen. Daarnaast wil men, in iets mindere mate, o.a. thuis beschermende maatregelen nemen en anderen overtuigen het gasverbruik te verminderen.
Vertrouwen
Het vertrouwen in alle betrokken partijen is afgenomen vergeleken met de vorige fase van het onderzoek; behalve voor de rijksoverheid. Deelnemers hebben nog steeds minder vertrouwen in de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de rijksoverheid dan in de eigen provincie en gemeente.
Over het onderzoek
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) doet sinds november 2013 onafhankelijk onderzoek naar de mening van inwoners van de provincie Groningen over gaswinning uit het Groningen-gasveld. De vijfde fase van het onderzoek is uitgevoerd in februari en maart 2018. Naast bovengenoemde punten hebben de onderzoekers ookde omgang met schademeldingen en bouwkundige versterkingen en de mening over getroffen maatregelen onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leonie Vrieling, MSc, dr. Goda Perlaviciute, en prof. dr. Linda Steg (Omgevingspsychologie). De deelnemers vormen een goede afspiegeling van de bevolking in de provincie. Deelnemers zijn willekeurig benaderd in drie regio’s die verschillen in de mate waarin ze ervaring hebben met aardbevingen: het kerngebied en gebieden eromheen. Dit maakt het mogelijk om de meningen van mensen die veel en die nauwelijks te maken hebben gehad met aardbevingen te vergelijken. In totaal hebben 349 mensen deelgenomen aan deze vijfde fase.