Staatsbosbeheer mag grote grazers Oostvaardersplassen 'aan hun lot overlaten'

De heckrunderen, konikpaarden en edelherten die leven in natuurgebied de Oostvaardersplassen hoeven in de wintermaanden niet bijgevoerd te worden. Stichting Welzijn Dieren spande een kort geding aan. De stichting vindt dat Staatsbosbeheer niet aan de zorgplicht voor de grazers voldoet.
De grote grazers in het natuurgebied de Oostvaardersplassen zijn als wilde dieren aan te merken, zo oordeelt de voorzieningenrechter. Als uitgangspunt geldt bij wilde dieren het ‘handen af principe’. Staatsbosbeheer en de Staat voeren als beleid dat grote grazers die onnodig lijden of creperen door afschot uit hun lijden worden verlost. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit beleid niet in strijd is met de zorgplicht.
Beschutting en schuilplaatsen
De stichting voert verder aan dat Staatsbosbeheer onvoldoende beschutting en schuilplaatsen creëert. De voorzieningenrechter oordeelt, op basis van het dossier, dat Staatsbosbeheer meer beschutting en schuilmogelijkheden heeft gecreëerd. Daarnaast zijn er verder geen aanknopingspunten dat deze maatregelen ontoereikend zouden zijn.
Draagkracht op het terrein
Stichting Welzijn Dieren en Staatsbosbeheer zijn het eens dat het aanwezige aantal grote grazers in evenwicht moet zijn met de draagkracht van het terrein. Uit de stukken blijkt dat Staatsbosbeheer de populatie grote grazers monitort. De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet aannemelijk is dat er geen evenwicht zou zijn.