Gerechtshof wijst klacht klanten Rabobank Libor-kwestie af

Het Gerechtshof Den Haag heeft een klacht van klanten van de Rabobank in een artikel 12 strafvorderingsprocedure afgewezen.
Een aantal particuliere klanten van de Rabobank heeft in 2014 bij het Haagse gerechtshof een klacht ingediend tegen afdoening door het Openbaar Ministerie in de Libor-kwestie, waarbij door medewerkers van de Rabobank frauduleuze handelingen zouden zijn gepleegd in de periode 2005 tot en met 2010.
De betreffende Rabobankklanten houden die medewerkers, hun leidinggevenden, de Raad van Bestuur en de bank zelf strafrechtelijk aansprakelijk voor het uit eigen gewin manipuleren van de wereldwijd bepalende rentetarieven onder de naam Libor en Euribor. Ze voelen zich als klant met aan rente gekoppelde financiële producten daardoor benadeeld. Klagers maken bezwaar tegen de manier waarop het OM de zaak heeft afgedaan.
Het OM had samen met de Fiod en De Nederlandse bank en in samenwerking met buitenlandse justitiële autoriteiten en financiële toezichthouders onderzoek gedaan naar die manipulaties en aan de Rabobank een boete opgelegd van 70 miljoen euro. De bank heeft die boete betaald. Betrokken medewerkers die niet meer werken bij de bank worden door buitenlandse autoriteiten vervolgd. Het OM zag af van strafvervolging van de bankbestuurders en de betrokken medewerkers die nog bij de Rabobank werken.