Demmink wel verdachte in misbruikonderzoek

Voormalig politieagent Emile Broersma heeft dinsdag verklaard dat de oud-topambtenaar Joris Demmink wel verdachte was in het onderzoek naar misbruik van minderjarigen in Amsterdam.
Dat zei Broersma dinsdag in de Utrechtse rechtbank, zo melden verschillende media woensdag. Broersma kreeg als commandant van het observatieteam bij de CRI de opdracht om 'het gedrag en de contacten' in kaart te brengen van vier verdachten, drie hoofdofficieren van Justitie (Wabeke, Holthuis, Wooldrik) en Joris Demmink. De verdenking luidde: georganiseerd misbruik van minderjarigen. Dinsdagochtend verklaarde Broersma ook dat zijn toenmalige chef ervoor gezorgd heeft dat het onderzoek naar het georganiseerde kindermisbruik door een paar hooggeplaatste mensen voortijdig werd opgeblazen.
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft aan het college van procureurs-generaal nu om een duiding gevraagd over de getuigenis van Broersma. Oopstelten zegt nog steeds geen reden te hebben om te twijfelen aan de onschuld van Demmink, ook niet op grond van de getuigenis van Broersma. Maar volgens hem is het altijd goed om een duiding te hebben om de 'zaak te kunnen plaatsen'. Hij benadrukte nog wel dat hij er voor staat "dat het Openbaar Ministerie volledig zijn onderzoek kan doen".
Maar Opstelten lijkt min of meer al te weten wat het oordeel over de zaak Joris Demmink zal zijn. In zijn reactie op de getuigenis van Broersma zegt hij: 'Het was niks, is niks en wordt niks.'